Inspiratiebron

Carl de Coninck schildert meestal non-figuratief en haalt hiervoor zijn inspiratie uit dagdagelijkse observaties zoals specifieke objecten, gebeurtenissen maar vooral ook vormen en kleuren. Een mooi voorbeeld is ‘Appelterre carnaval’ (een compositie van meerdere doeken aan elkaar gehecht). Tijdens een carnavalsfeestje in de kleuterschool van zijn kleinkinderen zag hij confetti’s met merkwaardige kleuren zoals paars, beige, zwart, roze en donker blauw, dit gaf de inspiratie tot het werk. Een ander voorbeeld is ‘De das van Hector’. Hector, een vroegere collega op het werk, droeg regelmatig een opmerkelijke das die hem fascineerde en aanleiding gaf tot het schilderij.

Een abstract werk benoemen is niet zo vanzelfsprekend en zijn titels verwijzen dan ook naar de oorspronkelijke inspiratie voor zijn doeken. De woorden van Poliakoff: ‘Tracht vooral niet uw werk uit te leggen, laat de andere de kans om zijn verbeelding te oefenen’* zijn voor Carl het uitgangspunt voor het benaderen van een kunstwerk.

* Rétrospective Serge Poliakoff 1991, Galerie Melki, p. 92.

Appelterre carnaval, 2013